Cusco – *Biep, biep, biep!* Mijn eerste wekkeralarm gaat af. Ik druk hem vlug weg want 05:00 uur is toch ietwat te vroeg. YouTube maakt me langzaam wakker met de cumbia muziek van ‘Poder Guedaña’. 05.45 Uur en het vierde alarm gaat af. Ik sta toch met moeite op en ik neem een douche om er weer als een glanzend biggetje uit te komen. Na mijn douche pak ik mijn laatste spullen want mijn tour guide Ider wacht al op mij. Ik drop mijn backpack en ik vertrek met twee tassen op weg naar Machu Picchu. De bus wordt gevuld met jongelui. Met name een groep Australische mannen trekt mijn aandacht. Rode ogen, kringen onder hun ogen en een alcohollucht waar je u tegen zegt. Alsnog zien ze er beter uit dan dè Canedese ‘chica’ (zie vorige blog). Zodra de bus vol is, zoefen we door naar het puntje van een berg waar we vanaf gaan mountainbiken.

Ingepakt als een zwarte ‘Robocop’ sta ik met stoere handschoenen, kniebeschermers, bovenlichaambeschermer en de blikvanger: een fietshelm. Ik ben klaar om te fietsen! Drie uur lang de berg af racend met een snelheid van meer dan 65 km/u. Bijna vliegend ga je naar benee met een overheerlijk uitzicht van al het groen om je heen. De geur van de dennebomen doen me denken aan Kroatië. Ik voel mij de gelukkigste Doris op aarde. Na het fietsavontuur hebben we een Peruaanse lunch en als einde van de ‘Indiana Jones’ actie trekken we een uur door de jungle van Peru. Ingepakt als iemand die gaat lopen in het koude Patagonië, verschijnen er honderden zweetdruppels op mijn voorhoofd. Ik heb de beste (!) briefing voor deze tour gehad als ik de rest van de groep in korte broeken zie lopen. Rond zonsondergang komen we aan bij de familie waar we die avond in hun huis mogen slapen.

Dag 2: vroeg opstaan om vier uur lang tussen de mangobomen, koffie- en cocaplanten te trekken. De lunch hebben we ergens middle of nowhere en ik straal als ik de hangmatten voor me zie. Ik duik erin en doe een dutje voor een halve uur. Ider maakt me wakker en ik sta op met een kokend voorhoofd, koorts. Vastbesloten zeg ik dat ik de volgende vier uur ook wil lopen. In de avond komen we aan in Agua Calientes en mijn tour guide neemt me mee naar de dokter. Een thermometer onder mijn oksel (39 graden koorts), een injectienaald in mijn linkerbil, paracetamol voor de hoofdpijn en antibiotica voor de diarree, want ik heb voedselvergiftiging opgelopen. Maar door de prik voel ik me na een uur alweer gezond. In de avond ga ik naar bed, maar ik word hels wakker. Dat wordt weer stevig lopen met 38,5 graden koorts. Als laatste van de groep banjer ik achter de kudde aan. Drie uur verder hebben we pauze in een eettent en vanaf daar pak ik de trein, terwijl de rest nog vier uur lopend te gaan heeft.

Vanaf het treinststation word ik opgehaald door een Peruaans jong koppel van mijn hostel. Verzwakt van de afgelopen dagen slenter ik achter hen aan. We komen algauw in mijn hostel aan en ik beland miserabel mijn bed in. Morgen is de grote dag: het zien van de verloren stad ‘Machu Picchu’. De volgende ochtend loopt mijn groep de Gringo Killer-route, terwijl ik hallucinerend van de antibiotica in de bus zit. In de foetushouding lig ik op de bank bij de ingang van ‘Machu Picchu’ te wachten op de rest. Binnen een half uur komen ze allen met rode wangen, natte haren en bezweet gezicht op me af. Mijn laatste energie gebruik ik voor de final tour door ‘Machu Picchu’. Vlak voordat onze tour guide ons verlaat, wordt er een foto van ons allen gemaakt. Ik probeer te lachen, maar het wordt een scheve glimlach. Het kind in mij dat een paar dagen geleden niet kon slapen van de opgewondenheid voor deze tour, is na de groepsfoto in een diepe roes op een grote, oude steen voor de ingang van de ‘Huayna Picchu’ berg.