Buenos Aires – In de verte zie ik schoenen. Vans, dc’s en all stars besmeuren de tegels, net als in Nederland. Maar de vrouwelijke Argentijnen lopen vooral op rare schoenen met hoge zolen, een tikkeltje van die Spice Girls schoenen. “Heel apart.”, zegt de dame die direct op straat opvalt als ze in haar ‘Palladiums’ en met een flits en blitz fleecejack van ‘O’neill’ aan ronddwarrelt. Plus een rugtas om het plaatje van de toptoerist compleet te maken.

Enfin, de helft van de Argentijnen stammen af van de Italianen die in de 20ste eeuw hier naartoe kwamen. Inmiddels zijn de mannen opgepimpt tot modebewuste en gelikte Italianen met een tikkeltje Indiaans bloed, stromend door hun lichamen. De lange, zwarte en glanzende manen zijn strak naar achteren vastgebonden met een elastiekje á la Antonio Banderas in de film ‘Desperados’. Voor een groot gedeelte klopt dit plaatje, alleen modebewust zijn, kennen ze hier niet echt.

Argentinië staat bekend als het land dat het meest Europees lijkt vergeleken met de overige Zuid-Amerikaanse landen. Dat klopt ook. Porteños, locals van BA, met blonde haren en blauwe ogen paraderen hier rond, dan heb je de mixjes: Italianen (of iets anders) gesmolten met een portie bloed van de indianen en dan de op en top indianen look-a-likes. Geef ze een paard, een lapje koeienleer voor de edele delen, een zelfgemaakte speer et voilá ze bestaan weer!

Ik ben nog niet weggegaan van mijn plek op de trap. Het beeld voor me begint weer scherper te worden. Diverse doordringende ogen kijken me aan als ze me zien. Kijken de locals me aan, omdat ze weten dat ik een toerist ben? Vinden ze me aantrekkelijk of vinden ze mij een aantrekkelijke toerist om te beroven? Porteños, jullie zijn een fijn volk.