The Hague African Festival
Den Haag – Fietsend passeer ik het drukke klapvee dat achter de hekken staan om de stoet van de Veteranendag te bekijken. Half trappend, half lopend kom ik elke keer een paar meter verder. Mijn doel: naar het Spuiplein toegaan. Dichterbij ‘The Hague African Festival‘, spot ik een groot podium waar de groep ‘Plengoffer’ aan het optreden is. Gekleed in het rood en wit en met serieuze gezichten bespelen ze hun Afrikaanse trommels. Eigenlijk eentje van de bandleden trekt de hele tijd mijn aandacht. Zijn handen raken de trommel, vastgehouden door zijn benen. Met zijn neus in de lucht en zijn ogen gesloten, laat hij de beats vallen. Volgens mij geniet hij. Op en top. Ik zie zelfs even later een kleine glimlach op zijn gezicht.
Aan de overkant van het podium staan er kraampjes. Afrikaanse hoeden, wijde kleding, zelfgemaakte rieten manden, Afrikaanse kunst en zelfgemaakte sieraden zijn er in overvloed. Als ik de kraampjes langsga, staat er een lange, slanke vent van bijna twee meter naast me. Zijn kale hoofd is bedekt met een Afrikaans mutsje en acht nep rastaharen erin vastgenaaid. Het past hem nèt niet. Wat hoor ik daar? Ik loop verder naar de plek waar de geluiden van de djembes vandaan komen. Tussen de kraampjes zitten drie Afrikaanse mannen met de djembes voor hen. Klinkt lekker. De zon schijnt op mijn hoofd en ik krijg trek in een cappuccino. Zie ik daar nou café ‘De Ooievaar‘?
Met een lekkere goede cappuccino achter mijn kiezen, ga ik weer naar het podium waar de band ‘Ebou Gaye Mada’ de soundcheck doet. Werkend aan hun Afrikaanse rap en instrumenten, wacht het publiek in spanning op de band. De bakines, djembes, tama, keyboard en een elektronisch gitaartje zijn er klaar voor. De muziekklanken komen samen, terwijl de Afrikaanse rap er doorheen geluld wordt. De entertainer op het podium die een gele, blauwe, zwarte, rode lang jurk aanheeft, danst op het podium en probeert het publiek mee te krijgen. Zijn armen en benen gaan in de lucht als hij glimlachend het publiek bekijkt. Hij doet zijn jurkje omhoog, kijkt verbaasd en reikt met zijn handen naar zijn geslachtdeel. Is dat nou een..? Ik kijk om me heen en enkele vrouwen kijken met hun mond open naar de entertainer. Hij ‘entertaint’ zeker. Ik kijk hoe laat het is. Ah, ik moet werken. Fietsend neem ik dezelfde weg als hoe ik naar het Spuiplein gekomen ben. De Veteranenparade is verdwenen, zo ook het klapvee.