Het teken: had ik moeten blijven?
Amsterdam – Ik zit op een barkruk in een bar op Schiphol met mijn familie en drie vriendinnen naast me. Ik wil hun verhalen horen. Met uitpuilende ogen en opgetrokken wenkbrauwen kijk ik ze zeer nieuwsgierig aan. Nieuws horen, dat wil ik. Schouders worden opgetild, de mondhoeken keren naar beneden en het antwoord dat ik krijg is “Er is helemaal niets veranderd.” De hele groep werpt nu een blik op mij. “Jij hebt meer te vertellen dan wij.”, wordt er gezegd. Dat klopt denk ik dan, ondertussen me afvragend waarom ik hier in godsnaam ben.
Ondanks dat ik mijn familie en vriendinnen als vanouds om me heen heb, voelt het raar. Ik heb rondgetrokken door Zuid-Amerika en Antarctica. Helemaal alleen. Vier maanden is het plan geweest. Slechts vier. Rond kerst heb ik de kriebels gekregen omdat het einde van mijn trip dichterbij is gekomen. “Ik wil nog niet weg”, zeg ik droevig tegen mezelf. Keer op keer herhalend. Ik ben gaan uitrekenen hoeveel langer ik nog zou kunnen blijven. Twee maanden langer is de uitslag!
Vlak voor kerst ren ik van blijdschap naar een telefooncel om Delta te bellen. De nieuwe terugvluchtdatum is 14 maart 2013. Die twee maanden erbij, hoort bij mijn reis. Dat ik ad-hoc naar Antarctica ben gegaan, is een verrassing geweest voor jou, maar ook voor mij. Het spaargeld dat ik voor mijn terugkomst zou bewaren, heb ik aan de tour naar Antarctica uitgegeven. En ik heb zo geen spijt. Dat er op de dag van mijn terugvlucht een flink protest in Buenos Aires aan de gang is en ik hierdoor mijn vliegtuig heb gemist, is zwaar bij me gevallen. Is dit een teken? Het teken dat ik moet blijven? Ik heb het genegeerd. Voortaan mag ik me afvragen wat ik in Nederland doe.