Den Haag – Zachtjes hoor ik hem. De viool. De strijkstrok raakt de vioolsnaren aan. De muzikale klanken worden luider. In mijn gedachtes zie ik een donkerharige man met een leren jasje zingend naar me toelopen. Bitter, zoet, symfonie. Het bekende riedeltje van ‘Bitter Sweet Symfony‘ van de band ‘The Verve’ wordt door mijn mp3-speler afgespeeld. Laat in de avond ga ik slowly op de fiets vooruit op het fietspad langs de Scheveningse Bosjes. Stand: automatisch piloot. Verderop zie ik een oudere dame voor me, fietsend door de groene tunnel van hoge, oude bomen met grasgroene bladeren eraan. De strijkstok wordt weer op de vioolsnaren gestreken. Het beeld van de oudere dame begint wazig te worden als ik tijdens de rit flitsfragmenten van Zuid-Amerika zie.

Één, twee en drie: ik spring samen met mijn skydive instructeur uit een klein vliegtuigje boven Cordoba. Ik voel weer hoe mijn wangen en oorlellen door de heftige wind drastisch bewegen. Flits! Een jonge dronken Argentijn staat tegenover me en ik vertel net aan hem dat ik Argentinië geen mooi land vind en het land zelfs haat. Grapje natuurlijk. Maar hij staat klaar met een gebalde vuist om van mijn rechteroog een blauwe smokey eye te maken. Flits! Ik voel hoe de vlinders met uitgerolde groene tong mijn armen proeven als ik naar ‘The Devils Throat’ toeloop. Miljoenen liters bruine water dondert met een krachtige val naar beneden. Flits! what the…? Remmen!!! Resoluut maken mijn benen een strakke fiets move naar achteren. Mijn achterband piept en ik slide twee meter naar voren. Ik schrik op van de fietsende oudere dame die voor me stilstaat. Slechts twintig centimeter sta ik achter haar. Rechts van mij staat het ‘Vredespaleis’. Voor me staat het stoplicht. Het rode stilstaande mannetje kijkt me aan. Het is nu één maand, vier weken en één dag later dat ik weer in Nederland ben. Jeej?