Articles Tagged with: zeehonden

Bikini aan en zwemmen maar in Antarctica

[vc_row el_position=”first”] [vc_column] [vc_column_text el_position=”first”]

Antarctica – Ontbijt. Met een slaperig hoofd eet ik mijn ochtendmaaltijd. Omeletje, kiwi’s en watermeloenen gaan door mijn slokdarm heen. Vandaag staat Deception Bay op het programma. Een gebied waar veertig walvissenjagers uit Noorwegen hebben geleefd om vanuit het vet van de walvis olie te maken. Aantal verroeste boilers, gigantische tonnen waar ze de olie in bewaarden, een huis in slechte conditie en twee kruizen wat eerst een begraafplaats is geweest maar door de tsunami’s zijn verdwenen, zijn nu nog over. De Ushuaia-passagiers waaronder ik dwarrelen rond bij deze plaatsen, voordat we naar de Neptunes Window wandelen, een plek op loopbare afstand dat een mooie uitkijk op de oceaan aanbiedt. Pratend loop ik samen met Inger naar het zogenaamde ‘raam’ toe. Inger vraagt aan me of rechts van ons verderop stenen zijn of zeehonden. Ze camoufleren zichzelf zo goed dat je ze zo voorbij loopt. Ik pak mijn camera en zoom zo ver mogelijk met de focus op de snoet van de pelsrob.

Op de top van de Neptunes Window waait er een windje. Voor me uit starend zie ik de oceaan, terwijl heel ver de bergen van Antarctica volledig wit uitblinken. De andere kant heb ik een ‘panorama view’ van de plek waar ik net langs de tonnen, begraafplaats en pelsrobben heb gelopen. Ik ben bijna als laatste bij deze raamopening en Inger en ik besluiten om terug te gaan naar de plek waar nu al een grote groep passagiers halfnaakt bij de zodiacs staat. Links van ons zien we de pelsrobben en de enige stormbandpinguïn, rechts een horde skua’s. Vlug lopen we samen met Louis, die net bij ons aansluit, een stapje sneller, want Luciana, de bioloog, zegt dat als we willen zwemmen, we moeten opschieten. De zee is leeg, geen één mens is in het water als we daar aankomen. Een aantal droogt zich af op het strand, terwijl de rest apekijkers zijn en graag wilt zien hoe de gekke mensen met een verrekt gezicht uit het koude water komen. Ik kleed me vlug uit, Inger doet hetzelfde, terwijl Louis met zijn camera klungelt en een beetje voor de koude oceaan vreest.

[/vc_column_text] [vc_column_text]

Leandro, de andere bioloog, staat al gereed met zijn camera. Rennend ga ik de zee in, Inger volgt mij en na enkele meters laat ik mezelf vallen. Met een klap ben ik tot aan mijn hoofd in het ijskoude water. Razendsnel zwem ik twee meter en één vlinderslag doe ik er achteraan. Ik sta op en ik laat me weer in de zee vallen, lachend kijk ik naar Louis en Inger die mij volgen. Het water is erg koud en we lopen terug naar de kust waar het water lekker warm tot heet is. Ik ga weer terug het water in en ik doe het riedeltje opnieuw. En nog een keer. Louis pakt zijn cameraatje en we poseren met zijn drieën voor de camera. Teruglopend naar de kust krijg ik een handdoek van Agustin. Ik sta stil, voor me uit kijkend naar de zee, ik geef mijn handdoek terug aan Agustin en ik ren weer het water in. Kah Siok staat in haar bikini plotseling naast me. Ze neemt een frisse duik en aan de kust graaft ze in het diepe waarin het water rond de 40 graden is. Ze gaat liggen, rollen en genieten. De camera komt weer te voorschijn en ze wil een foto van haar alleen met gespreide armen en een grote grijns. Ze kan nu de hele wereld aan, denk ik.

Na de lunch pakken we weer de zodiacs om naar Livingston te gaan, vol met stormband- en ezelspinguïns met twee groepen mannelijke zeeolifanten. Per groep lopen we achter een bioloog aan. Voor mij liep Pablo, bioloog en biologieleraar aan de universiteit, en de rest van mijn groep, terwijl ik als laatste achter de kudde aanloop. Voor je het weet trap je op een pinguïn, dus ik pas goed op waar ik loop. De twee soortige pinguïns zitten gemixt bij elkaar. Staand slapen ze met hun gezicht in de richting van de zon, anderen waggelen van links naar rechts, met hun vleugels naar achteren gespreid om in evenwicht te blijven. De jonkies rennen achter de moeder aan om vis uit de mond van hun mamma te krijgen, maar de moeder rent iedere keer weg. Verderop zien we een groep van zeven of acht zeeolifanten, allemaal mannen. We mogen tot en met 25 meter van hun vandaan staan. Anders neem je het risico om aangevallen te worden. Wegrennen gaat je niet lukken, want ze halen je met hun 5.000 kilo toch wel in. En dan zie ik nog als laatste een pelsrob. Ik ga zitten, zeven meter van hem vandaan, starend naar hem en twee ezelspinguïns die een beetje op en neer dwarrelen. Er wordt geroepen “red jacket!” en ze bedoelen mij. Ik moet terug, maar het uitzicht is geweldig.

[/vc_column_text] [vc_separator el_position=”last”] [/vc_column] [/vc_row] [vc_row el_position=”last”] [vc_column] [/vc_column] [/vc_row]


´N borstvin, smoking suits en´n onderdrukte traan

Peninsula Valdés – Ergens onder het fleecejack, mijn paarse vest, een topje en de paarse sjaal van kashmirwol uit India probeert mijn lichaam zich te beschermen tegen de krachtige wind die over heel het schiereiland Peninsula Valdés een pijnlijke koude steek in de gezichten van de toeristen achterlaat. Zonder handschoenen blijven al mijn vingers niet warm. Na enkele minuten ondergaan ze een metamorfose waarin ze van een witte en olijfachtige huidskleur in rode, gekoelde en oud-uitziende vingers veranderen. Ik krijg een lopende neus als ik langer dan dertig minuten buiten sta.

img_6196bewerkt

Mijn ogen beginnen te prikken en mijn pupillen worden verrast door een vochtig kleed dat mijn zicht wazig doet lijken. Een paar keer rustig knipperen en ik voorkom dat er een deel van zich afsplitst en over mijn roodkleurige wangen naar beneden stroomt. Het is de shot van de zeldzame zuidkapers, die maar enkele meters van het strand en mij vandaan zijn, mijn ogen bevochtigen. De noordkapers van vijftien meter lang zijn rustig aan het genieten en ‘dansen’ in het water door met hun lichamen langzaam te draaien. Ondertussen zie je één voor één de borstvinnen uit het water steken, een klein tipje van het hoofd bekleedt met unieke huidwoekeringen waarop zeepokken groeien, de gladde rug die vaak te zien is nadat de walvis zijn hoofd heeft laten zien en wat zelden gebeurt: de staart waarvoor iedereen strak staat van het wachten om de perfecte kliek te maken

img_6176bewerkt

Samen met de drie Belgische dames Aline, Marie en Flore, en Samantha uit Zwitserland die we in de bus hebben ontmoet, rijden we met onze gehuurde auto in drie dagen door naar Punta Norte, Caleta Valdes, Punta Delgada en Punta Tombo. Een wildlife rijkdom van mooie beesten als de Magellanic pinguïns, zee-olifanten en -honden, guanacos, gordeldieren en choiques (een familielid van de struisvogel). Ik heb er geen woorden voor. Maar wat ik echt muy triste vind, is dat er nergens orka’s zijn te bekennen. Hun slimme aanvaltactiek op de jonge zeehonden gebeurt alleen in februari en maart. Que lastima! Ondanks dat de wind mijn lichaam doet veranderen in een ijsblok, voel ik me zo warm als een kachel en zo licht als een veertje. Mijn hersenen zijn gevuld met ongelofelijke beelden die gepaard gaan met luidruchtige wow-kreten, spastische armbewegingen en een springende Doris van ultiem geluk.

img_6242bewerkt

 


Privacy & cookie policy
We use cookies to enhance your experience while using our website. If you are using our Services via a browser you can restrict, block or remove cookies through your web browser settings. We also use content and scripts from third parties that may use tracking technologies. You can selectively provide your consent below to allow such third party embeds. For complete information about the cookies we use, data we collect and how we process them, please check our Privacy Policy
Youtube
Consent to display content from - Youtube
Vimeo
Consent to display content from - Vimeo
Google Maps
Consent to display content from - Google