Puerto Montt – Zittend in een twaalf uur durige busrit van Santiago naar Puerto Montt, beluister ik mijn mp3-player. Een oudere opgetutte dame zit naast me met haar schoudertas op haar schoot. Iedere keer heb ik mijn ‘Lonely Planet’ in een plastic tas op de grond van een bus liggen, gereed om opgepakt en doorgelezen te worden. Maar als ik in de bus zit, prefereer ik alleen muziek te luisteren, naar buiten te kijken en weg te dromen. Totdat een Chileense jongeman drugs in zijn bezit heeft en Chileense FBI-honden op hem afkomen.

Het wordt nacht, de hemel wordt pikkedonker en de busmeneer wilt mijn raamgordijn dichtdoen, terwijl ik naar de sterren kijk. Even later sluit ik mijn ogen en dommel ik in. Daarna open ik algauw mijn ogen. Mijn amiga Jillian slaapt in een stoel voor me, naast haar Chileense manlief Javier. Dromend kijk ik vanuit mijn raam naar buiten. Mijn droomwereld wordt lekgeprikt als mijn bio-alarm afgaat; ik moet hoognodig plassen. Ik houd het nog even vol totdat we tien kilometer van Puerto Montt zijn. Uiteindelijk staat de bus stil en ik sta direct op voor een plasbeurt. Met mijn tas loop ik naar voren om via de trap naar beneden te gaan.

Het toilet lacht me toe, maar de weg wordt geblokkeerd doordat de Chileense FBI met een labrador in de gang staat. Drugscontrole! Erg spannend moment is dit altijd. We wisselen van plek en de FBI-man loopt met de hond naar boven. Ondertussen geniet ik volop van mijn plasje op het krappe toilet. Opgelucht en wel loop ik met een lege blaas naar boven en ik ga op mijn plek zitten. De hond en de FBI zijn nog steeds op de eerste verdieping van de bus. De labrador is blij en loopt van de ene kant naar de ander. Hij kan niets vinden, maar toch is hij enthousiast om iets. Een tweede hond komt hier rondsnuffelen. Ook hij paradeert als een dolle, maar helaas, hij vindt niks.

De eerste hond komt terug en loopt eerst naar voren dan naar achter en weer terug. Hij ruikt wat, dicht bij mij in de buurt, ik word zenuwachtig ondanks ik volledig onschuldig ben. Met de minuut kwispelt het dier zijn staart sneller en sneller. Hij besnuffelt een 50-jarige man met een cowboyhoed, maar het vierpotige dier loopt algauw verder. De hond loopt ietwat naar achter, van mij vandaan, snuffelt als een razende bij een jongeman. In één keer stopt de hond en gaat recht naast de stoel van deze man zitten, hem aankijkend met een uitstekende tong uit zijn mond. Waarom staat de hond stil?

De – ik schat – 27-jarige blonde man kijkt de hond aan, terwijl ik de man nieuwsgierig observeer. Plotseling kijkt hij mij aan. De mierda-ik-ben-gepakt-rode-wangetjes zijn nergens op zijn gezicht te bekennen. De FBI-man komt in actie en vraagt aan de man om met hem mee te lopen. Zodra hij buiten is, moet hij zijn backpack uit de bus pakken. Paar minuten later loopt de man terug naar zijn stoel, achternalopend door de FBI. Hij vist een pakket zo groot als een broodtrommel van zijn plek vandaan, loopt achter de FBI aan en mompelt maldito terwijl ze naar buiten lopen. De bus rijdt verder, zonder hem.