Vliegtuig gemist
Buenos Aires – Stressen om het missen van een vliegtuig of een bus, daar heb ik altijd last van. Mijn bloed gaat er sneller van stromen en mijn billen zijn dan een gespannen eenheid. Ik vertrek altijd vele uren van te voren. En dan nog vrees ik of ik het überhaupt ga halen. Ik wens dat ik nu ook weer naar mijn intuïtie heb geluisterd. Maar dat heb ik niet gedaan. Verdriet, frustratie en teleurstelling vormen de tranen die mijn ogen wateren en zo rollen de menselijke druppels over mijn wangen. Ik ben boos. Op anderen en op mezelf. Stomme grote protest dat in Buenos Aires het hele verkeer heeft platgelegd. ‘Tierra Leon’, de busorganisatie die me naar de luchthaven heeft gebracht, moet toch weten dat er de volgende dag een groot protest komt? Naar mijn gevoel hebben ze me ook krap ingepland. Maar de mensen van mijn hostel en van de busorganisatie hebben gezegd dat ik het ga halen. Don’t worry gewoon. Maar kijk nu. Vliegtuig gemist.
Ik vertrek om 15.15 uur met de bus en ik kom om 19.50 uur op de luchthaven aan. Mijn vlucht vertrekt om 20.20 uur. De in-check balie is al voor mij gesloten. Ook andere reizigers komen te laat. Slechts vijf passagiers van m’n vlucht – waaronder ik – hebben het niet gehaald. Een te weinig aantal om het vliegtuig te vertragen. Maar ‘Aerolíneas Argentinas’ heeft wel gewacht. Netjes. ‘Delta’ – mijn vliegtuigmaatschappij – ho maar. Dan nog een arrogante Argentijnse Delta-tut die precies de juiste woorden gebruikt om een passagier, die net zijn vlucht heeft gemist, op te fokken. Haar Koninklijke gastvriendelijke en servicegerichte houding zegt: Boodschap 1: had je maar eerder moeten vertrekken; dat het verkeer plat heeft gelegen boeit me niet. Boodschap 2: natuurlijk moet je betalen voor de belasting, dombo. Maar hoeveel precies? Zeg ik lekker niet. Boodschap 3: ik geef je verder geen info; stik erin. Boodschap 4: betalen en opdonderen met je backpack. Men zou niet raar moeten opkijken als ze door een raam wordt gesmeten. Dat ben ik niet van plan, maar mijn creatieve geest ziet het wel voor zich. Nu weer. In slowmotion. Mooie shot.
Geef me de Argentijnse ‘Malbec’ wijn a.u.b. want ik mag 24 uur wachten op de volgende vlucht. No vino para mi, maar wel ‘MacDonalds’, mijn plek voor de komende nacht, ochtend en middag. Ik nestel me in de lekkere leren bruine bank naast de ‘McCafé’, een onderdeel van ‘MacDonalds’ met hele goede bakkies, media lunas en muffins. Moeten ze ook in Nederland opstarten, vind ik. Deze ‘Mac’-dames zien er trouwens ook keuriger uit door hun getailleerde, nette, donkerbruine blouses. In de nacht val ik onrustig in slaap terwijl de ‘Mac’ 24 uur draait. Ik bekijk de Argentijnen en toeristen, zij kijken naar mij als ik wegdommel. Voor een paar uur zijn mijn ogen gesloten, totdat iemand mijn schouders aantikt. Een lange snorremans in zijn beveiligingskostuum kijkt me aan en zegt op serieuze toon “Je mag hier niet slapen”. “Wat is zijn probleem?”, vraag ik me af. Ik observeer hem en hij pretendeert alsof hij de manager van de ‘Mac’ is. Enfin. Ho, de tijd nadert om mijn nieuwe ticket op te halen en $250 neer te leggen. $250,- armer, zo in één zwiep met mijn bankpas! Een welcome home party organiseren? Fiësta om m’n 26ste verjaardag te vieren? Dat worden dan feestjes met kraanwater als hippe drank. Ik mag direct beginnen met werken!
Ik heb mijn nieuwe ticket en ik ben ruim op tijd bij de gate. Daar zie ik de blonde vrouw met dochter die ik eerder in het kantoor van Delta had gezien. Dezelfde vlucht als ik, dezelfde drama. Met een wit wijntje loopt ze me tegemoet en we hebben het over wat er is gebeurd. Ik vertel haar dat ik al sinds dat voorval een enorme zin in wijn heb. Ze kijkt me met haar grijze/groene ogen aan, pakt mijn hand vast en neemt me mee naar de eerst volgende bar. “Je hebt het nodig”, zegt ze en ze bestelt een klein flesje rode wijn voor me. Met koeienogen kijk ik haar verbaasd aan. Ik stribbel tegen, maar het heeft geen zin. Ze doet de fles open en we verdelen de wijn tussen ons drieën, pal voor de gate van ons vliegtuig. Door de alcohol wordt mijn ziel ontspannen in het nog verstijfde lichaam. We kijken naar de steeds kleiner wordende rij die voor de gate staat. De laatste druppel rode wijn wordt in mijn glas gezonken, ik drink het op en we staan op om in de rij te gaan staan. Op weg naar mijn eindbestemming: Amsterdam. Na lang wachten, veel vlieguren en drie vliegtuigen later kom ik aan op Schiphol. Een grote heliumballon met de tekst “Welcome home” wordt vastgehouden door mijn moeder, mijn vader en broer staan ernaast. Heel blij en opgelucht, zijn ze. Het plotseling verschijnend verwelkomingscomité van drie vriendinnen doet me schrikken. En daar komt het besef: ik ben weer thuis.